Cognitief
Cognitief komt van cognitie, wat het vermogen om iets te leren aanduidt. De betekenis van cognitief kun je omschrijven als al hetgeen wat met het verstand te maken heeft.
Cognitief betekenis, wat is cognitief?

Kennisvermogen, denkproces of leerproces, het heeft allemaal met cognitief te maken. Cognitief is afgeleid van het Latijnse woord cognoscere, wat weten of kennen betekent.
Aangezien het een bijvoeglijk naamwoord is, kan het betrekking hebben op allerlei verschillende vlakken. Allen hebben echter betrekking op de informatieverwerkende processen die zich afspelen in de hersenen van de mens. Bekende voorbeelden zijn cognitieve vaardigheden of- functies, cognitieve stoornissen of cognitieve ontwikkeling.
Op deze pagina lees je alle ondersteunende informatie om het begrip goed te begrijpen.
Synoniem van cognitief
Synoniemen van cognitief kunnen zijn:
Kennend, kennis betreffend, verstandelijk, geestelijk vermogen, betrekking hebbend op het leerproces
Wat zijn cognitieve functies
De cognitieve functies of vermogens hangen samen met de intelligentie. Dit zijn de belangrijkste cognitieve functies:
- Kortetermijngeheugen
- Langetermijngeheugen
- Informatieverwerking
- Aandacht
- Concentratie
- Plannen en organiseren
Al deze functies (vaardigheden) ontwikkelen zich in de vroege kinderjaren.
Wat is cognitieve ontwikkeling
Waarneming, fantasie, problemen oplossen en leren zijn enkele belangrijke onderdelen van de cognitieve ontwikkeling. Dit begint al direct na de geboorte, waarbij een baby de omgeving verkent en op gebeurtenissen reageert.
Het opnemen van kennis en het onthouden hiervan geeft vorm aan de cognitieve ontwikkeling.
Een baby van 10 maanden oud heeft ontdekt dat speelgoed onder een doek kan liggen. Een kleuter van 4 herkent cijfers en vormen.
Met geld omgaan; vanaf de leeftijd van 6 jaar ontstaat er begrip voor geld. Een kind van 10 kan aanwijzingen geven of een route in gedachten uitstippelen. Vanaf 12 jaar is het kind bewust van waarheid of leugen, rechtvaardigheid en relaties.
Ontwikkeling van de hersenen
Om het begrip cognitief te begrijpen, is het belangrijk om naar de werking van de hersenen te kijken. Deze grijsachtige massa heeft een gewicht van ongeveer 1,5 kilo. De mens is absoluut niet degene met de grootste hersenen; een potvis draagt 9 kg aan hersenen met zich mee! Toch is de potvis lang niet zo intelligent en welbespraakt als de mens. Dit komt omdat de menselijke hersenen meer neuronen en verbindingen hebben. Vooral het aantal neuronen in de hersenschors speelt hier een belangrijke rol in.
Bij zeer intelligente mensen zijn de neuronen meer met elkaar verbonden, waardoor ze beter samenwerken. De hersenen van Albert Einstein waren 15% breder dan gemiddeld. Dit verklaart mogelijk ook de hoge intelligentie.
Communiceren vanuit de hersenen
De hersenen maken deel uit van het zenuwstelsel. Verschillende zintuigen sturen via de zenuwen signalen naar de hersenen. Deze reageren hierop en sturen signalen via dezelfde zenuwen naar de spieren. Het linker gedeelte van de hersenhelft stuurt de rechter lichaamshelft aan, en vica versa. Dit komt doordat de zenuwen die de hersenen binnenkomen, elkaar kruisen.
De meeste mensen gebruiken de linkerhersenhelft voor taal en rekenen, terwijl de rechterhersenhelft goed is voor herkenning van vormen. Bij een linkshandig persoon werkt dit precies andersom. Hoe zit het met het geheugen en het denken?
We maken gebruik van het kort termijn- en het langetermijngeheugen. Het kortetermijngeheugen heeft een beperkte opslagruimte. Alleen de belangrijke zaken staan in het langetermijngeheugen opgeslagen. De hersenen bepalen uiteindelijk wat wel of niet belangrijk is. Dit heeft vooral te maken met herhalen en oefenen.
De pariëtaal kwab (bovenste gedeelte van de hersenschors) is betrokken bij ruimtelrijk inzicht, lezen, schrijven en aandacht. De zintuigelijke verwerking vindt in het voorste gedeelte plaats. Cognitief gezien is er dus een onderverdeling, waarbij ieder hersengedeelte zijn eigen functies heeft. Ook dit is genetisch bepaald óf wordt beïnvloed door ziekte of schade van buitenaf.
Verband tussen cognitieve ontwikkeling en intelligentie
De cognitieve ontwikkeling hangt nauw samen met de intelligentie. Bij een laag IQ ervaart de persoon problemen met leren, maar ook met inleving, realistisch of oplossend denken. Het ontwikkelen van de cognitieve functies is voor een groot deel genetisch bepaald. Dit betekent dat iemand met een laag IQ ondanks uitstekende begeleiding nooit optimale cognitieve functies ontwikkelt.
De cognitieve psychologie
Het gedeelte van de psychologie dat zich bezighoudt met cognitie, wordt ook wel cognitieve psychologie genoemd. Het omvat alle psychische processen op het gebied van geheugen, herinneringen en informatieverwerking ook het oplossen van problemen en begrip of kennis vallen hieronder.
De term cognitieve psychologie werd voor het eerst in 1967 omschreven. Sinds die periode is er veel veranderd, vooral op het gebied van kennis met betrekking tot de informatieverwerking in de hersenen. Er wordt vooral veel gebruik gemaakt van resultaten die voortkomen uit hersenonderzoek. Dit geeft een betere kijk op de werking van de hersenen. Hierdoor smelten neurowetenschappen en de cognitieve psychologie samen.
Cognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie is een vorm van psychotherapie, waarbij onderzocht wordt hoe gedachten samenhangen met gevoelens en gedrag. Het is een succesvolle manier om depressies, fobieën en verslavingen te behandelen.
Uitgangspunt is dat het niet de omstandigheden of gebeurtenissen zijn die tot negatieve gedachten leiden, maar de manier waarop iemand zichzelf heeft aangeleerd naar deze gebeurtenissen te kijken. Deze manier van kijken kan dus leiden tot angst, neerslachtigheid, depressies e.d..
Met cognitieve gedragstherapie tracht men in te laten zien dat bepaalde patronen tot bepaalde gevoelens lijden. Men leert om op een andere, meer objectieve manier met bepaalde gebeurtenissen en gedrag om te gaan.
Een onderdeel aspect dat kan ontstaan in
Cognitieve dissonantie kan ook ontstaan in de psychotherapie. Het komt vaker voor dat mensen een ander beeld krijgen van zichzelf of de situatie waar ze in hebben gezeten, omdat ze erop gewezen worden. Z
Bekijk cognitieve gedragstherapie oefeningen >>
Lees ook over cognitieve dissonantie, waarbij we het gevoel kunnen hebben tegen ons gevoel / onze overtuiging in te handelen.
Auteur: Bianca Walraven